Columns
DANSENMETDEMME.JPG
Dansen met Demme

'Valt er nog wat te roken hier?', vroeg de man op het podium. 'Zeker', dachten we. Maar we zeiden nog even niks. Het bleef stil in de zaal. Toen stak filmmakker Frank z'n vinger op. 'Sure, I've got some.' De man op het podium knikte instemmend. 'Great!' Daarmee was de talkshow afgelopen. De gespreksleider bedankte de gast en de aanwezigen en stond op van z'n stoel. Langzaam liep de zaal leeg: het was redelijk druk geweest.

Frank en ik stonden op. We liepen naar het podium. Daar stond hij, de man van de vraag, de gast van de talkshow. Jonathan Demme. Filmregisseur aan wie het International Film Festival Rotterdam een retrospectief wijdde. Hij was niet echt bekend in Nederland, maar dat zou rap veranderen. Want hij was er vooral ter promotie van z'n nieuwe film die de volgende avond z'n Europese première zou beleven: 'Stop Making Sense'. De langverwachte muziekfilm van Talking Heads, waar muziekminnend Nederland reikhalzend naar uitkeek.

Niet veel later namen we de gedane zaken nog es door. Soort hasj, de kwaliteit ervan, de hoeveelheid, de verwachte effecten op de gemoedstoestand. En de ontspanning na gebruik in het bijzonder. Jonathan was enthousiast. Zoveel gehoord over dat befaamde Nederlandse gedoogbeleid, dat moest een onvergetelijke ervaring opleveren. 'Guys', sprak hij, 'gotta go now, but do you want to come to my hotel room tonight, here in the Rotterdam Hilton? Drink a beer and talk some more. And meet my producer, Gary Kurfirst.' Daar zeiden we natuurlijk geen nee tegen.

Zo rond een uur of tien stonden we voor z'n kamerdeur en klopten aan. Gary Kurfirst deed open. Een legende. Promotor, platenbaas, producer en manager van The Ramones, Blondie en The B-52s. En Talking Heads natuurlijk. Producer van 'Stop Making Sense'. 'Come on in.' Frank en ik liepen naar binnen. Daar zat Jonathan Demme. 'Guys, glad you're here! Brought the stuff?' Natuurlijk. Frank was de drugskenner van ons tweeën. Kwam altijd aan het goede spul en wist van de hoed en de rand. Ik niet. Ik was de roker. Maar ik wist dan weer alles van muziek. Frank viste het spul uit z'n broekzak en gaf het aan Jonathan. 'Great! Let's smoke!' We streken neer op de bank, benieuwd naar wat ging komen.

Ondertussen trok Gary de koelkast open en haalde er een paar koude biertjes uit. Zat bij de kamerprijs in, meldde hij. Alles betaald door de festivalorganisatie. Yup, Huub Bals wist hoe hij z'n gasten moest behandelen. Perfect geregeld allemaal. Zelden zo vertroeteld op een filmfestival. Ik vroeg hoe hij manager was geworden van toch wel drie van m'n favoriete Amerikaanse punk/new wave bands. Gary vertelde. Een verhaal dat begon bij het Village Theater in New York, dat later het beroemde Fillmore East zou worden. Daarna via Jimi Hendrix, The Who en The Doors en het eerste grote muziekfestival, het New York Rock Festival, naar mijn punkhelden van CBGB's. Prachtig.

Een uur en een paar biertjes later sloot Jonathan Demme z'n videorecorder aan op de TV. 'Gotta see this', zei hij. 'They're called New Order and they used to be Joy Division. I made a music video for them. It's called 'The Perfect Kiss'. It ain't finished yet, but this is the rough version. What do you think?' Nou ja, mooi natuurlijk. Maar geen Talking Heads. Ja, dat klopte, geen Talking Heads. Die stonden morgen op het programma. En nu we het er toch over hadden: morgenochtend deden ze de soundcheck van de film. Want een concertfilm in de bios, dat moest natuurlijk wel goed klinken. Konden we morgenochtend niet even langskomen in de Thalia om te checken hoe het klonk? Want een paar geoefende oren erbij, dat was altijd fijn.

Ja, dat vonden wij ook. De volgende morgen stonden we om tien uur voor de ingang van de Thalia. We hadden het laat gemaakt op de hotelkamer van Gary en Jonathan. Apestoned en ladderzat hadden Frank en ik de weg naar ons nachtverblijf gevonden, maar nu waren we weer fris en uitgeslapen. Want zo gaat dat in Rotterdam tijdens het International Film Festival: feesten, laat naar bed, en dan 's morgensvroeg weer fris aan de film, alsof er niks gebeurd was. Intense tijden. 

Niet veel later arriveerden Gary en Jonathan. Iets minder fris dan wij, want nog wat langer doorgegaan op de hasj van Frank. De film was er al. We gingen naar binnen en liepen naar de cabineruimte met de projector. Daar troffen we de jongen die de projectie zou verzorgen. Hij zat de instructies door te werken die Jonathan meeleverde met de film, om 'Stop Making Sense' zo optimaal mogelijk te vertonen. Want hier was hij er zelf nog bij, maar straks ging de film het hele land door. Zonder hem.

Gary nestelde zich boven in de projectiecabine. Jonathan, Frank en ik liepen de zaal in. Jonathan had een walkie talkie waarmee hij met Gary communiceerde. Handig ding, dachten we. Maar dat viel tegen, zoals weldra zou blijken. Maar eerst ging het licht uit. Dan: de befaamde openingsscène van de film. Een pad van licht, witte schoenen - op weg naar de plek midvoor op het podium. De hand die de cassetterecorder aanzet. Het ritme van 'Psycho Killer'. De camera die omhoog pant. David Byrne met z'n akoestische gitaar.

Jonathan Demme luisterde en was niet tevreden. Het mocht wel wat luider en voller. Iets meer diepte, iets meer 'leeg podium, volle zaal'. Gary sleutelde boven in de cabine aan het geluid. Elke bioscoop heeft z'n eigen geluid en de Thalia had een Sensurround audiosysteem dat het live gevoel van de film goed kon versterken. Op het witte doek kwam Talking Heads-bassiste Tina Weymouth het podium op. Tijd voor 'Heaven', van de derde plaat 'Fear of Music'. Prachtig. En niks op aan te merken. Een mooi zaalgeluid, waarin Tina's bas duidelijk en helder klonk. 

Dan: Chris Frantz, drummer, die achter z'n drumstel 'Thank You for Sending Me an Angel' aftikt. En daar gingen we, niet langer in staat om stil te blijven staan, te luisteren en in walkie talkies te praten. Op vol volume: dansen met Demme. Wij, Frank en ik, wild en ongeremd. En hij: rustig met de voeten tikkend op de bioscoopvloer. Los in de heupen, schokschouderend op de ritmische klappen van Chris Frantz. Zo moest het gaan, 's avonds op de première. Publiek dat niet langer stil zou kunnen blijven zitten maar dansend tussen de rijen en op de gangpaden uit het dak zou gaan op de allerbeste concertfilm ooit.

En zo gebeurde.

Ton Ensing

Reviews
davidquinn-fool-pichi.jpg
David Quinn: Wanderin' Fool

Rammelende old skool country, daar mogen ze me altijd voor wakker maken. Volumeknop op vol en ik zit rechtop, oren gespitst - een vette grijns om de mond. Geen idee wie me dit keer wakker maakte, maar bij de eerste noten van Wanderin' Fool, het debuut van David Quinn, was het weer ouderwets raak. Wat een geweldige plaat. Pedal steel, twangy gitaren, honky-tonk piano, zompig orgeltje, soepel doortikkende drums. Tikkie vals gezongen, tikkie brak gespeeld, schuchter koortje erbij: mooier kan het eigenlijk niet, zeg nou zelf.

Wanderin' Fool is zo'n plaat die je oppakt, meesleurt en niet meer loslaat. Een heerlijk luisterfeest, tjokvol hemelse melodieën & tranentrekkende teksten. Bruisende countryrockabilly, geproduceerd door Andrija Tokic, de man achter de successen van Alabama Shakes, Langhorne Slim, Hurray for the Riff Raff en Margo Price. David nam z'n plaat op met een goed stel muzikale duizendpoten: Dave Roe (Johnny Cash), Jimmy Lester (Hayes Carll, Billy Joe Shaver), Jon Estes (John Paul White, Kesha), Micah Hulscher (Margo Price) en achtergrondzangeres Alexis Saski (van Americana-blues band Muddy Magnolia).

Dit aangename gezelschap zet de toon met de openingstrack van de plaat, 'Cryin' Shame', een opgewekte countryrocker. Maar: 'It's a cryin' shame, I'm leaving this town with a tattoo of your name'. De liefde is over, de tranen vloeien en de tijd van gaan is gekomen. Voor je het beseft ben je 'a simple livin', day dreamin', outta my mind wanderin' fool' en moet je je maar zien te redden met dat wat je op je pad tegenkomt. Een kroeg hier, een scharrel daar. Slapend onder de maan, waar het geluk te dromen valt. 'We'll always be together in my dreams, to sing my weary heart back to sleep.'

Wanderin' Fool eindigt met de psychedelische folk rocker 'Where The Buffalo Roam'. Dat begint als een country & western-variant op de bekende Lennon-McCartney klassieker Ticket To Ride. Maar lang duurt dat niet. Want Quinn is met z'n ticket onderweg naar de eeuwige jachtvelden, waar de buffalo graast en het goed rusten is. In het vizier: het vooruitzicht op hereniging met de grote liefde. Achter de rug: een leven zonder spijt. De pedal steel jankt.

Ton Ensing

(Eind)redactie
IMG_1923-pichi.jpg
Eindredactie
De punten op de i.
De lange zinnen kort.
De vage teksten helder.